Professor Bill Reddin verrichtte baanbrekend werk bij de ontwikkeling van een praktijkgeoriënteerde leiderschapstheorie. Hij ontwikkelde een eenvoudige manier om vast te stellen wat de eisen zijn die aan een manager worden gesteld; wat nodig is om effectief te zijn als manager.
Reddin’s model borduurt voort op twee leiderschapsdimensies zoals die voorkomen in het model van de Ohio State Univesity. Hij noemde ze een ‘Taakgerichte oriëntatie’ en een ‘Relatiegerichte oriëntatie’. Vervolgens bracht hij daarin de derde dimensie aan (vandaar 3D model). Deze derde dimensie noemde hij de ‘effectiviteit van de manager’.
Wanneer de juiste leiderschaps- of managerstijl in een bepaalde situatie wordt gebruikt, zal dat resulteren in effectiviteit.
Reddin identificeerde vier meer effectieve managerstijlen en vier corresponderende minder effectieve managerstijlen. Een manager die dus een hoge mate van taakgerichtheid en een lage mate van taakgerichtheid toepast waar dat ook door de situatie waarin hij zich bevindt gevraagd wordt, wordt een ‘Welwillend Autocraat’ genoemd, terwijl een manager die die stijl toepast in een situatie die niet om die stijl vraagt, een ‘Autocraat' wordt genoemd.
Het idee dat iemand een situatie kan beoordelen en identificeren welk gedrag in die situatie het meest geschikt is was de theoretische doorbraak met het 3D model. Het verbindt de mate van effectiviteit aan de meest geschikte toepassing van elk van deze stijlen.
Reddin’s vier basisstijlen zijn afhankelijk van de verschillende mate waarin aandacht wordt besteedt aan de mens of aan de taak. Vanuit deze basisstijlen voegde Reddin een derde dimensie toe namelijk de mate van managers effectiviteit. De stijlen die worden toegepast in situaties waarin dat niét zo geschikt is, worden Missionaris, Compromiszoeker, Deserteur en Autocraat genoemd. De stijlen die worden toegepast in situaties waarin dat wél geschikt is, worden Ontwikkelaar, Bestuurder, Systematicus en Welwillend Autocraat genoemd.
De juiste toepassing van de vier basisstijlen leidt tot managers effectiviteit (succes).
Er is géén juiste managerstijl aangezien, afhankelijk van de situatie, elk van de vier basisstijlen succesvol kan zijn als het juist wordt toepgepast.