Iedereen die een situatie probeert te veranderen zonder direct invloed te hebben op de uitvoering is een adviseur. Het centrale thema van een adviseur is invloed uitoefenen. Bij beïnvloeden vanuit een niet-machtspositie speelt het eigen gedrag van de adviseur zelf een cruciale rol.
Als adviseur moet je een glashelder beeld hebben van je eigen opvattingen. Je adviesstijl dient consistent te zijn met hetgeen je de klant adviseert. En je wilt kunnen omgaan met verschillende klanten, situaties & behoeftes. Dat vergt naast je kennis en ervaring, ook veel van je zelfkennis en intuïtie.
Veel adviseurs zijn goed in hun vak maar hebben problemen om hun ideeën binnen een organisatie geaccepteerd te krijgen. Het gevolg: er gaat onnodig veel energie verloren en goede oplossingen en rapporten belanden in de kast. Adviseren is een vak dat geleerd moet worden. Adviseren is dan ook het tweede vak dat de consultant moet beheersen, naast zijn eigen vakgebied.
Een adviseur is op de eerste plaats een gesprekspartner; Iemand waarmee een klant zijn uitdagingen aangaat. De adviseur kan hierbij verschillende rollen hebben. Een goede adviseur kan schakelen in rol en houding, zodat hij op ieder moment, maximaal van waarde is voor deze klant.
Het blijft aan de klant om te beslissen of hij/zij met uw voorstel verder wil. Bij die beslissing spelen naast rationele ook vaak emotionele factoren een grote rol. Menig consultant struikelt omdat deze vanuit een inhoudelijke gedrevenheid voor de juiste oplossing, voorbij gaat aan de persoonlijke beleving en belangen van de klant.